Hypermobiel
Als u hypermobiel bent, zijn uw gewrichtsbanden en pezen te soepel. Uw gewrichten krijgen daardoor niet genoeg steun en worden te beweeglijk. Meestal merkt u dat u hypermobiel bent aan vingers en knieën en aan de wervelkolom. Deze kunt waarschijnlijk verder strekken dan andere mensen. Ook andere gewrichten zijn vaak erg soepel.
Hypermobiliteit
Hypermobiliteit hoeft geen klachten te geven, wel is het mogelijk dat u pijn krijgt aan spieren of gewrichten. Ook raken uw spieren vaak sneller overbelast omdat ze harder moeten werken om uw gewricht(en) stabiel te houden. Als u hierdoor spier- of gewrichtsklachten krijgt, heet het hypermobiliteitssyndroom (HMS).
Hypermobiliteit komt vrij veel voor, vooral bij jonge mensen. Het komt ook meer voor bij vrouwen en mensen van Aziatische afkomst.
Hoe ontstaat hypermobilieit?
De precieze oorzaak van hypermobiliteit is onbekend. Het is misschien erfelijk. Als u extreem hypermobiel bent, onderzoekt de arts of u een aandoening hebt die hiermee in verband staat.
Welke klachten ervaart u bij hypermobiliteit?
Te soepele gewrichten geven over het algemeen geen ernstige problemen. Als u toch klachten hebt, gaat het meestal om pijn of overbelasting van de spieren en pezen. Deze klachten kunnen kortdurend zijn maar het komt ook voor dat ze langer aanhouden. Het begint vaak met wat vage klachten.
u loopt met hypermobiliteit wat meer kans op ‘verstuikte’ gewrichten tijdens het sporten, de schouder schiet wat sneller ‘uit de kom’ dan bij iemand anders of uw knieschijf gaat wat sneller van zijn plaats. U krijgt ook vaak meer klachten bij activiteiten die u vaak herhaalt zoals aan de computer
Hoe wordt de diagnose hypermobiliteit gesteld?
De huisarts stelt de diagnose op basis van de klachten die u aangeeft, het lichamelijk onderzoek en waar nodig aanvullend onderzoek.
Een bekende erfelijke aandoening die ook hypermobiliteitsklachten geeft, is het Ehlers Danlos syndroom. Als uw huisarts het vermoeden heeft dat de oorzaak van uw klachten door deze aandoening wordt veroorzaakt, dan is een verwijzing naar een specialist die is gespecialiseerd in het vaststellen en behandelen van erfelijke aandoeningen nodig.
Twijfelt u of u hypermobiel bent? Stel u zelf de volgende vragen. Kunt u:
- De pinken 90° of verder overstrekken?
- De duimen tegen uw onderarm leggen?
- Uw ellebogen met 10° overstrekken?
- Uw knieën met ongeveer 10° overstrekken?
- Als u voorover buigt de handen plat op de grond leggen zonder de knieën te buigen?
Is het antwoord op de meeste van bovenstaande vragen ‘ja’? Dan ben je waarschijnlijk hypermobiel.
Bron: ReumaNederland 2020