Typen
Het is een veelgemaakte fout om tijdens het typen de polsen te laten rusten op het bureauoppervlak, de een polssteun. In deze houding buigen de handen achterover en draaien daarbij veelvuldig naar opzij. Wanneer de handpalmen of de polsen op een polssteun rusten, moeten de vingers regelmatig worden gestrekt om verliggende toetsen te kunnen bereiken. De spanning in de nek, onderarmen en schouders nemen daardoor onnodig toe. De typebeweging wordt bij vloeiend typen verdeeld over de gehele armen en schouders op de manier zoals een ontspannen pianist speelt. De risico’s van verkrampt typen, zoals muisarm en het carpaal-tunnelsyndroom, kunnen worden beperkt door het aanleren van vloeiend typen:
Ontspannen typen
- Ga comfortabel en rechtop in de stoel zitten
- Controleer of je in de juiste positie zit. Je bovenarmen hangen dan langs je lichaam, de ellebogen maken een hoek tussen 90 en 100 graden en de vingers hangen vanuit de hand gezien omlaag zodat ze de toetsen met rechte polsen losjes kunnen aanraken
- Merk op hoe de armen tijdens het aanraken van de toetsen naar voren, naar achteren en in geringe mate ook naar opzij bewegen
- Type met een "lichte toets" en geef de armen en schouders wat meer bewegingsruimte
- Volg een typecursus!